Lysken van Burem

Lysken runt de herberg De Wilde Man. Vroeger deed ze dat met haar man, Egbert, maar die is twee jaar geleden overleden. Als weduwe staat ze er nu alleen voor. Gelukkig heeft ze haar meesterknecht, die de bedrijfsleider is.

De Wilde Man is een begrip in Grol. Maar nu is de bovenverdieping gevorderd: er slapen Italiaanse huursoldaten. Die maken er een zwijnenstal van. Lysken is boos. Zij probeert de herberg ongeschonden door het beleg te krijgen, wíe de oorlog ook maar gaat winnen. De herberg is haar enige bron van inkomsten. En haar enige tastbare herinnering aan Egbert.